Noord-Zuid: BUUR blijft lokale belangen naar voren schuiven

Vanuit de Vlaamse overheid blijft men in ijltempo werk maken van een toekomstige realisatie van de Noord-Zuidverbinding. Het voorkeursbesluit waarin de projectcontouren vastgelegd werden is intussen goedgekeurd, stilaan groeit men naar een vergunningen- en uitvoeringsdossier. Vandaag zitten we in de fase waarin het voorontwerp van het projectbesluit voorligt. Een belangrijk moment waaraan ook een publieke inspraakronde gekoppeld wordt.

 

Met BUUR werken we al jaren op een constructieve manier mee aan dit project. We doen dit zowel in de gemeenteraad, via bilaterale gesprekken met de minister en in de lokale TaskForce Noord-Zuid. In de schoot van deze TaskForce werd recent een lokaal advies/standpunt opgemaakt omtrent het voorontwerp van het projectbesluit. Het opzet is om een door alle lokale partijen gedragen advies richting de Vlaamse regering te schuiven. 

 

Lokale impact na, maar ook tijdens de werken

Als BUUR hebben we, net zoals tijdens vorige adviesrondes, het dossier flink bestudeerd en onze opmerkingen en aanvullingen opgelijst. Die zijn intussen overgemaakt voor inbedding in het lokaal advies, we zullen ze vanuit onze groep ook rechtstreeks overmaken aan de minister. Een weg die we ook bij vorige openbare onderzoeken hebben gevolgd en die wel zinvol en succesvol werkt. 

Binnen ons advies zijn we erg diep doorgegaan op de lokale impact van de toekomstige wegenis maar ook op de impact die tijdens de werken op onze lokale leefgemeenschap zal neerslaan. Die impact, die zich zal laten voelen in elk van onze wijken en niet enkel aan de projectzone zelf, mag absoluut niet onderschat worden. Als bij de langdurige werken niet de juiste minder-hinder-maatregelen gehanteerd worden, als er te weinig rekening wordt gehouden met de leefbaarheid van de omgeving, dan is een groot project als dit nefast voor de toekomst van Houthalen-Helchteren. Daarom dat we een bijzonder uitgebreid advies neerschreven en voorlegden. 

 

Hieronder geven we u de samenvattende weerslag van ons advies mee, zo bent u ook mee met onze visie en aanpak:

 

  1. Afvoer gronden 

Er wordt gesproken over tijdelijk opslag van restgronden. Is dit gewenst? Is het niet logischer/werkbaarder als de gronden meteen verkocht en afgevoerd worden. Er kan een grondenbalans worden opgemaakt: welke grondcapaciteit hebben we nodig na de aanleg? Die grondcapaciteit kan dan tijdelijk opgeslagen worden, met duidelijk de voorkeur voor de kwalitatief sterkste grondkwaliteit die behouden blijft. De overcapaciteit wordt afgevoerd. Hoe gebeurt die afvoer? Welke is de impact van de afvoer op de lokale wegenis (berekening potentiële hoeveel af te voeren grond met inschatting aantal aan-/afrijdende vrachten)? Wat is de ecologische voetafdruk van de afvoer: hoe kan dit zo ecologische mogelijk gebeuren (kilometerbeperking, via spoorzate?,…) 

Het voorstel om vrijgekomen gronden te gebruiken voor REMO, aanvulling stortplaats XI, is niet wenselijk. Vooreerst is hier nog geen juridische zekerheid. Bijkomend: het opvullen van die zone moet juridisch en ecologisch gezien gebeuren met de eerder uitgegraven gronden, dit om de ecologische waarde hoog te houden. Het is vandaag niet duidelijk wat de kwaliteit van de vrijkomende gronden is. Werd dit idee afgetoetst bij de betrokken actoren, met in het bijzonder de Limburgse Milieukoepel?  

Bij de werken zullen ongetwijfeld grondenzones ontdekt worden die een bepaalde vervuilingsgraad hebben. Als deze gronden binnen de projectzone vallen, dient hier de nodige sanering te gebeuren, dat zal inherent zijn aan de uit te voeren werken. Maar wat met aangrenzende gronden? De kans is groot dat in de westelijke zone van de Grote Baan aangrenzende gronden passeren die eveneens met een bepaalde vervuiling (al dan niet historisch) geconfronteerd worden. Is het een overweging om bij de werken deze saneringsoefening te voltrekken voor al deze gronden? Dat lijkt logisch en een meerwaarde.  

 

  1. Ringweg = gewestweg  

Door de keuze te maken voor het AY-scenario wordt meteen ook de keuze gemaakt dat de Europarklaan, de Herebaan-Oost (deels) en de Herebaan-West een duidelijke rol opnemen als bovenlokale ontsluitings- en toeleverweg ten aanzien van de Noord-Zuid en de omliggende steden en gemeenten. Hierdoor krijgen deze wegen per definitie een bovenlokaal karakter. Blijven het na realisatie wel lokale wegen of worden deze wegen toegevoegd aan het gewestelijk wegennet (wat logisch zou zijn)? Moet er niet overwogen worden om binnen de contouren van het project deze wegen effectief een hogere dan de lokale status toe te kennen? De druk op deze wegen vergroot aanzienlijk, hun rol binnen het bovenlokaal netwerk vergroot ook aanzienlijk? Zo’n toevoeging van deze wegen aan het gewestelijk netwerk doet ze onder de bevoegdheid van AWV vallen. Dat impliceert niet enkel dat het onderhoud nadien ten hunne laste valt, maar dat biedt ook bijkomende ontwikkelingskansen voor Europark.  

 

  1. Minder hinder manager  

De vraag naar de minder-hinder-visie staat grotendeels in de nota die opgesteld is. Maar die minder-hinder-visie moet ook een aantal heel concrete lokale actiepunten bevatten. Zo is het aanstellen van een minder-hinder-manager voor het lokale niveau, financieel geïntegreerd binnen het Vlaams projectbudget een absolute noodzaak. Daaraan gekoppeld moet er ook Vlaamse ondersteuning komen voor enerzijds een relance-manager voor de lokale handelskernen, alsook ondersteuning (zowel financieel als inhoudelijk) voor de diensten Ruimtelijke Planning die tijdens en na de aanleg van de tunnels instaan voor het ruimere ruimtelijke verhaal. De impact die het project meebrengt op deze lokale materie is dermate groot dat niet verwacht kan worden van een lokale overheid dat ze dit alleen kan dragen.  

Bijkomend moet het minder-hinder-plan verder reiken dan enkel de directe projectzone. De impact van de werken, gedurende langere tijd, zal ook direct voelbaar zijn in andere wijken van de gemeente. Het minder-hinder-plan moet ook daar op inzoomen? Wat is de impact tijdens de werken van de ontsluiting (richting de E314 bijvoorbeeld) op Houthalen-Oost, op Lillo, op Houthalen-Centrum, op de doortocht in Meulenberg (richting Zonhoven),…  

 

  1. Lokale impact op bouwprojecten na realisatie tunnels 

Na de aanleg (eventueel zelfs al tussentijds) van de tunnels en de infrastructuren komen vrij grote nieuw te ontwikkelen zones vrij. Welke rol zal de lokale overheid spelen bij de herinvulling van deze zones? Zijn de bebouwingscontouren zoals die vandaag op de plannen en maquette terug te vinden zijn, ook te volgen, of is deze contourweergave niet vervat binnen het vergunningentraject? Met andere woorden; welke vrijheden, welke rol, welke visievorming kan hierin door de lokale overheid nog gehanteerd worden nadien? (Kan de huidige contourweergave van toekomstige bebouwingen/ontwikkelingen een grond van juridische discussie vormen als nadien omgevingsvergunningen voor deze werken moeten aangevraagd worden, die eventueel afwijken van die contouren?) 

 

  1. Omleidingstrajecten en hun impact 

Tijdens de aanlegwerken van de tunnel zullen, in elke fase, omleidingstrajecten moeten geïnstalleerd worden veelal voor het lokale verkeer. De organisatie van die omleidingstrajecten, de eventuele bijkomende werken of infrastructuren (tijdelijke lichten, wijziging voorrangsregels, verbrede rijstroken met afslagstroken,…) zitten die allemaal vervat binnen de projectwerking of vallen deze integraal ten laste van de lokale overheid? Welke rol neemt ook Vlaanderen op in deze omleidingen die zich doorzetten op het lokale grondgebied? Wanneer worden die omleidingstrajecten uitgetekend?  

 

  1. Huisvesting werfpersoneel 

Een grote bezorgdheid is de tijdelijke huisvesting (gedurende meerdere jaren) van de vele arbeidsmigranten die aan dit project actief zullen meewerken? Het kan niet zijn dat hierrond geen aandacht geschonken wordt. Het kan evenmin zijn dat die tijdelijke arbeidskrachten allen gehuisvest worden op recreatiedomeinen binnen onze gemeente. Om de draagkracht te behouden binnen de lokale leefgemeenschap stellen we voor dat er een duidelijk spreidingsplan wordt opgemaakt (met de omliggende gemeenten) waar die arbeidsmigranten gehuisvest worden. Dit moet integraal opgenomen zijn binnen de projectwerking, waarbij de huisvesting ook onderdeel moet zijn van de bestekken en gunningen bij de aanleg.  

 

  1. Werktijden versus leefbaarheid  

In het kader van het minder-hinder-plan zal ook moeten vastgesteld worden welke tijden er gewerkt mag en kan worden aan de infrastructuren en vooral ook op welke momenten dat niét kan. Laten we als lokale overheid toe dat er op zon- en feestdagen gewerkt wordt? Zijn we bereid nachtwerk toe te laten of willen we in het kader van de leefbaarheid van de omliggende buurten hier toch duidelijke contouren vastleggen die opgenomen moeten worden in de bestekken en gunningen? Wij zijn alvast vragende partij om te blijven inzetten op de leefbaarheid van de omliggende buurten en hier duidelijke contouren rond vast te leggen. Nu reeds.  

 

  1. Analyse potentiële mijnverzakkingen  

De werken vinden plaats in voormalig mijngebied. Bepaalde delen van de werfzone waren in het verleden onderhevig aan mijnverzakkingen. Is er in kaart gebracht hoe die mijnverzakkingen zich de voorbije decennia in dit gebied gedragen hebben? Waar vallen moeilijkheden op dat vlak te verwachten? We hebben hier nooit een degelijke studie rond gezien. Bovendien kunnen de ingrijpende werken, onder meer door de drukkrachten en de diepe grondslagen, ook stimulerend optreden voor mijnwerkingen elders in de regio. Met andere woorden: stel bij de werken treden er scheuren en dergelijke op bij woningen in de buurt. Er volgt een onderzoek en dat onderzoek zou aantonen dat het betrokken gebied onderhevig was/is aan mijnverzakkingen. Datzelfde onderzoek toont aan dat de werken de mijnwerking geactiveerd heeft, waardoor de verzakking/scheur ontstaat: wie draait hier dan voor op (aangezien het fonds van mijnverzakkingen niet meer bestaat). Dit moet duidelijk uitgeklaard zijn om juridische hiaten uit te sluiten.  

 

  1. Impact werken op lokale waterhuishouding  

Niet enkel na de werken, maar ook tijdens de werken zal er een directe impact zijn op het grondwater. Om de tunnels te kunnen realiseren, moet er permanente droogzuiging in de zone zijn. Die droogzuigingen gaan ook een directe impact hebben (gedurende langere termijn, dan wel permanent) op de grondwatertafel. Dat kan leiden tot tijdelijke droogte van regenwaterputten, waterlagen,… wat uiteraard een impact heeft op het potentieel zomers gebruik van grondwater (ook voor de landbouw!). Op welke manier wordt dit mogelijk knelpunt geanalyseerd en berekend en vooral hoe wordt hier op ingespeeld als het zich effectief voordoet? Wat is de te verwachten impact tijdens de werken (tgv droogzuiging) en nadien op de omliggende natuur? Hoe ver reikt die impact?  

 

  1. Ecologische en duurzame aanleg 

Het is niet enkel belangrijk dat de aangelegde oplossing zo duurzaam en ecologische mogelijk is, het is ook belangrijk dat de aanleg  gebeurt met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Op welke wijze, met welke maatregelen wil Vlaanderen die lage ecologische voetafdruk van de aanlegwerken realiseren? Dat is niet duidelijk. Welke ambitie schuiven we hier als lokale overheid naar voren?  

 

  1. Lucht en gezondheid  

In de studie en in het advies wordt ingegaan op de discipline lucht & mens/gezondheid, maar dan vooral na de aanlegfase. Uiteraard is er tijdens de werken op bepaalde zones in onze gemeente ook een nieuwe druk op vlak van uitstoot en luchtkwaliteit. Zo zullen omleidingsroutes bijvoorbeeld ook voor nieuwe knelpuntzones zorgen, zones waar veel meer autoverkeer zal zijn dan vandaag, zones dus ook met op dat moment een veel hogere uitstaat van schadelijke stoffen. Op welke wijze worden deze zones voorafgaand onderzocht? Hoe kunnen tijdelijke maatregelen ervoor zorgen dat die zones beschermd en verbeterd worden op dit vlak. De tijdelijkheid van de werken lijkt dit probleem uit te vlakken, maar die tijdelijkheid gaat toch over een aantal jaren waardoor deze impactanalyse en -maatregelen echt wel noodzakelijk moeten zijn. Ze moeten ook deel uitmaken van het lopende onderzoek- en inspraakproces opdat de betrokken buurtbewoners de juiste inschatting kunnen maken over de hen toegekende hinder op dat vlak.  

 

  1. Mens en ruimte: wat met nieuwe Vlaamse visie 

Er wordt in het plan geregeld gesproken over gronden die vandaag als landbouwgrond actief ingekleurd (en gebruikt) zijn, die bij of na de realisatie overgaan in natuurgebied. Met de recente visie van de Vlaamse overheid waarbij landbouwgronden gevrijwaard moeten worden voor landbouwdoeleinden, stelt zich de vraag of die visie toekomstgericht conflicterend kan zijn met het voorgestelde project?  

 

  1. Archeologie  

De Noord-Zuidverbinding is een van de oudste verbindingen die Limburg kent. De opbouw van de weg is letterlijk ook historisch gegroeid. De kans is groot dat er archeologische vondsten gebeuren tijdens (of voorafgaand) aan de werken. Vermoedelijk is er intussen reeds een archeologienota opgesteld, wat waren desgevallend hieruit de resultaten? Op welke manier worden relicten van deze weg (de kans is groot dat in de ondergrond nog restanten van oude kasseiwegen te vinden zijn) bewaard en opnieuw gebruikt in de realisatie? Zijn hierrond afspraken of visies kenbaar?  

 

BUUR Houthalen-Helchteren

Een open, onafhankelijke politieke beweging van, voor en door inwoners van Houthalen-Helchteren. 

Telefoon

Rechtsboven op deze site vindt u de contactgegevens van onze raadsleden en het bestuur. Aarzel niet om ze te contacteren met vragen of opmerkingen. 

Email

Info: info@buur.co